Hondencentrum Loenatiks

De methodiek van Hondencentrum Loenatiks: Regels en doelen

Inge Lambriex van Hondencentrum Loenatiks is coach, hondentrainer, -gedragstherapeute en -eigenaar. In twintig jaar tijd heeft zij op het gebied van hond en mens diverse opleidingen en cursussen gevolgd, tig boeken gelezen en heel wat ervaringen opgedaan. Van hieruit heeft Inge een bepaalde methodiek ontwikkeld, die bestaat uit de volgende methodes: regels en doelen, prikkels en cirkels, gemoedstoestanden van de hond en eigenaar en mentaal herstel. Een voor een legt zij uit wat deze methodes inhouden. Tevens gaan wij ermee aan de slag. We beginnen met de eerste methode: regels en doelen.

Wie is Inge Lambriex? Je leest het hier.

Jouw methodiek start bij het stellen van regels en doelen. Waarom heb je hiervoor gekozen?
“Ik heb hiervoor gekozen, zodat mensen zich bewust worden van wat niet mag (regels) en wat wél mag (doelen). Regels zijn bijvoorbeeld niet op de bank liggen, niet trekken aan de lijn of niet blaffen in de auto. Doelen stel je door te kijken naar wie jij bent, wie je hond is en waar jullie samen uit willen komen. Je hebt daarbij ook subdoelen: waar staan jullie op dit moment? Welke stappen kun je maken om zoveel mogelijk bij je uiteindelijke doel uit te komen?”

Hoe stel je regels en doelen?
“Iedere situatie heeft een begin, midden en eind. De situatie ‘ik ga wandelen met mijn hond’ heeft bij wijze van spreken wel twintig situaties: je kijkt op de klok, je staat op, je doet je schoenen aan, je pakt je jas, enzovoorts. Bij elke situatie bepaal je wat wel en niet wenselijk is. Regels en doelen zijn gebaseerd op jouw normen en waarden, wat maatschappelijk verantwoord is, sociaal aanvaardbaar en wat veilig is voor je hond. Als je wil dat je hond niet in oncontroleerbare opwinding gaat, dat kan een regel zijn dat hij niet automatisch opstaat als jij opstaat. Wat mag wel? Dat de hond afwachtend is tot hij sturing krijgt.”

Op social media plaatst Inge filmpjes, waarin zij met behulp van Playmobil bepaalde situaties uitlegt.

Als ik, Mandy, naar mijn eigen honden kijk dan zou ik willen dat ze niet blaffen als de deurbel gaat. Maar hoe doorbreek ik dit patroongedrag?
“In eerst instantie maak je een situatie mee en observeer je. Naderhand kun je gaan analyseren. Wat is er precies gebeurd? Wat ik tijdens de eerste consulten doe is benoemen wat ik zie. Op deze manier gaan mensen de methodes (waaronder regels en doelen) van de methodiek herkennen en erkennen. In de praktijk merk ik dat de eigenaar leert om op hetzelfde moment en met dezelfde intensiteit van een commando, sturing te geven. Terwijl mensen leren de methodiek te begrijpen en toe te passen, verplaats ik steeds meer naar de achtergrond.

Momenteel zijn we bezig om de methodiek visueel te maken, aan de hand van filmpjes. Deze zijn terug te vinden op onze social mediakanalen: Facebook, Instagram en YouTube.”

Hoe kan ik zelf aan de slag gaan met de methodiek?
“Onlangs heb ik een e-book uitgebracht. Hierin staan de zes methodes van de methodiek beknopt uitgelegd met bij iedere methode twee werkbladen: een ingevulde als voorbeeld en een lege om zelf in te vullen. Je leert concreet en beknopt denken, zodat je het toe kunt passen in een situatie. Het tweede e-book is al in de maak. Dit is een verlengde van het eerste met nog meer methodes.”

Voorbeeld uit het e-book

Is het mogelijk om feedback te krijgen op de zelf ingevulde werkbladen?
“Ja, zeker! Zover ik weet ben ik een van de weinige hondentrainers en -gedragstherapeuten, die een telepakket aanbiedt. Hierbij maken we gebruik van de moderne techniek (denk aan e-mail en WhatsApp, red.). Via de mail worden vooral de werkbladen uitgewerkt. Het voordeel van WhatsApp is dat je tussen de trainingen door zelfgemaakte filmpjes, tekst en spraak kan doorsturen. Die kan ik analyseren en daar geef ik feedback op. Zo help ik bij het herkennen en toepassen van de hele methodiek. Terugval van patroongedrag kan op deze manier voorkomen worden en doelen worden sneller bereikt. Mensen gaan tussentijds gemotiveerd aan de slag met de methodiek. Er wordt ervaren wat goed gaat en waar tegenaan gelopen wordt. Kleine misstappen worden sneller herkent en doorbroken; goed gedrag wordt gestimuleerd. Hierdoor blijf je niet onnodig lang in een patroon zitten, maar kan bij het volgende consult doorgepakt worden.”

Een deel uit het gesprek tussen Inge en Mandy.

Wij hebben ook vooral contact via WhatsApp: over mijn honden, maar ook over de blogs. Het scheelt een hoop ritjes naar Eindhoven.
“Inderdaad! Door het gebruik van het e-book in combinatie met teleconsulten heb ik mensen en honden door heel Nederland al getraind, zonder ze fysiek te zien. Dat is eigenlijk wel bijzonder als je erover nadenkt.”

Laten we even teruggaan naar de methodiek. Hoe reageren mensen erop dat ze regels en doelen moeten stellen? 
“Heel onwetend en onwennig. Dat is juist dat stukje bewustwording. Als de regels en doelen helder zijn, dan ga je een situatie in met een plan. Je weet wat wel en niet mag, waardoor je eerder handelt en ongewenst gedrag kunt voorkomen. Als de hond bijvoorbeeld niet op de bank mag, dan zie je hem er al wel naartoe lopen of kijken. Daar zitten de momenten om af te leiden en te doorbreken. Door de methode ‘regels en doelen’ toe te passen en te herhalen, kan een hond binnen weken zelfstandig hierin worden. Vervolgens kan de aansturing worden afgebouwd. De hond leert zelfstandig het nieuwe gedrag uit te voeren, maakt nieuw positief aangeleerd patroongedrag aan en kiest niet meer voor oud negatief patroongedrag.”

Als het gaat om aansturing van de hond merk ik, Mandy, dat ik heel afwachtend ben, terwijl Michael juist al snel inspringt in een situatie. 
“Weet je waarom je de situatie niet aangaat, Mandy? Kan dit te maken hebben met bewustwording (moet je ingrijpen en/of wanneer grijp je in) of bekwaamheid (op welke manier grijp je in)? Wanneer regels en doelen nog afgetast moeten worden dan begin ik met vragen stellen: waarom heb je een hond? Waarom heb je dit ras? Wat zijn jouw intenties (wat wil je bereiken) en behoeftes (wat heb je nodig)? En wat zijn die van de hond, het ras en karakter van het individu? Het gaat namelijk allemaal om bewustwording.” 

Lexy (links) en Yuki (rechts) op de bank

Merk je dat mensen vaak onrealistische doelen stellen? 
“Het zit hem in het formuleren. Doordat je het concreet verwoord is het veel makkelijker toepasbaar in een situatie. Je herkent het gedrag sneller. Dus is het een regel of doel? Voor wie (eigenaar, hond of omgeving) en waarom maak je die keuze? Is het haalbaar en zo niet, hoe kunnen we het haalbaar maken? Hoe zet je goede stappen in de juiste volgorde? Dat is vaak ook de kunst. Het moet wel eerlijk en reëel zijn voor iedereen. Een hond wil alleen maar duidelijkheid, dat maakt het voor hem veilig. Als hij geen duidelijkheid krijgt, dan gaat hij die zelf creëren en dat kan voor probleemgedrag zorgen.”

Zelf aan de slag met regels en doelen

Het stellen van regels en doelen voor onze eigen honden is nog niet zo makkelijk als het lijkt. ‘Niet blaffend naar de deur rennen als de deurbel gaat’ zijn al twee regels: niet blaffen als de deurbel gaat én niet rennen naar de deur. Welk doel stellen we en is ‘geen vocale reactie geven als de deurbel gaat’ wel een haalbaar doel? Ook komen er subdoelen bij kijken. Waar staan we nu en wat zijn de volgende stappen om bij ons uiteindelijke doel uit te komen? 

Na de nodige feedback komen we bij onze honden op de volgende regels en doelen uit:

RegelsSubdoelenDoelen
Niet blaffen als de deurbel gaat.Stap 1: Nadat de deurbel gaat en wij ‘nee’ zeggen blaffen de honden een tot drie keer.
Stap 2: Zodra de deurbel gaat kunnen wij de honden afleiden, zodat het blaffen stopt.
Het is niet nodig om de honden af te leiden als de deurbel gaat, bij het woord ‘nee’ stoppen ze.
Niet blaffen naar vrachtwagens die ons benaderen en passeren.Stap 1: Op het moment dat de vrachtwagen ons benadert (in zicht komt) een afleiding (zoals koekjes op de grond strooien) inzetten. 
Stap 2: Wanneer de vrachtwagen op hoogte is en passeert (voorbijgaat) helpen wij de honden herstellen door middel van een handeling van mentaal herstel in te zetten, zoals onder de bek aaien (gapen), over de rug kriebelen (schudden) of pootje laten geven (schouder rek).
Zelfstandig kunnen ontladen door een kalmerend signaal te tonen (zoals gapen of schudden), terwijl de vrachtwagen ons benadert en passeert.
Niet achter wilde zwijnen najagen.Stap 1: Wij zien dat de geur van wilde zwijnen wordt opgepakt.
Stap 2: Wij kunnen het gedrag doorbreken, door ‘nee’ te zeggen.
Stap 3: De honden gaan van het geurspoor af als wij het commando ‘kom’ geven.
De honden gaan niet in op de geur van wilde zwijnen en vervolgen hun weg.

De uitleg over de methodiek van Inge wordt uitgelegd in verschillende blogs. Klik voor alle blogs hier.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *